21 augustus 2019
Bij elk apotheekbezoek wordt de identiteit van de patiënt in het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD) geregistreerd samen met de CNK[1] code van het afgeleverde geneesmiddel, de afleveringsdatum, de hoeveelheid en posologie – dit laatste blijkt niet zichtbaar in elk softwarepakket.
De bedoeling is inzicht geven in de medicatiehistoriek van de patiënt en gegevens verwerken rond voortgezette farmaceutische zorg om op die manier de apotheker maximaal te ondersteunen bij het uitvoeren van zijn zorgtaak. Apothekers Mireille Campe en Bernard Brondel vertellen over hun ervaring met het GFD.
Bernard : “Persoonlijk vind ik het GFD een performante tool, maar de implementatie in de software blijkt bepalend voor het gebruiksgemak. Ik hoor van collega’s met een ander softwarepakket dat het niet zo gebruiksvriendelijk is. Bij mij verschijnt de GFD-informatie in een andere kleur samen met het tabblad van de historiek van de apotheek, zo weet ik onmiddellijk of het gaat om een patiënt die altijd, af en toe of nooit bij mij komt.”
Mireille beaamt : “Voor mij heeft het een echte meerwaarde, want het geeft me de mogelijkheid meer mensen te helpen. Stel dat er een oma langskomt wiens kleinzoon bij haar logeert, maar zijn moeder is zijn reserve-insuline vergeten mee te geven. Dan kan ik aan de hand van de identiteitsgegevens het GFD openen en zien dat die jongen inderdaad diabetespatiënt is en haar de vertrouwde medicatie afleveren. Vroeger zou ik dat niet gedaan hebben gezien de risico’s die eraan verbonden zijn. Immers, als iemand die insuline zou inspuiten bij een niet-diabetespatiënt, ben jij medeplichtig aan moord.”
Bernard vervolgt: “Als neutrale, betrouwbare bron vormt het GFD de perfecte aanvulling van het patiëntenverhaal. Zonder historiek is het inderdaad moeilijker werken.”
Het GFD geeft een overzicht van het geneesmiddelengebruik en is daarom niet alleen handig als een collega apotheker gesloten is of een dokter met vakantie, maar ook om patiënten te detecteren die potentieel verslaafd zijn aan verdovende of slaapmiddelen.
Mireille : “Onlangs kwam een patiënt een puffer halen zonder voorschrift. Toen ik zag dat hij ook bij andere apotheken ‘shopte’, weigerde ik hem de puffer af te leveren en wees hem op zijn overgebruik. Hij was verwonderd dat ik dat wist en vroeg me waar ik dat kon zien. Enkele uren later merkte ik dat hij zijn toestemming om toegang te hebben tot zijn GFD had ingetrokken.“
Bernard voegt toe : “Ik heb als ‘bijwerking’ gehad dat een trouwe patiënt wegbleef na de confrontatie met de harde feiten. Als ik het GFD niet kan raadplegen, ben ik sowieso extra voorzichtig, want misschien wil die patiënt bewust iets verbergen. Kan ik wel zien wat er afgeleverd wordt, dan is de geloofwaardigheid van de patiënt groter. Indien de patiënt zijn slaapmedicatie slechts in 1 apotheek aankoopt, kan er bij vermoeden van overgebruik ook eenvoudiger ingegrepen worden en is de apotheker in staat te helpen bij de afbouw. Maar eens hij meerdere apotheken en artsen bezoekt, ben ik kritischer als ik een slaap- of verdovend middel aflever.”
Bernard: “Het GFD is vooral nuttig als een patiënt van een wachtpost komt met voorgeschreven medicatie en je een interactie vaststelt met andere medicatie. Zonder GFD zou je waarschijnlijk niet de reflex hebben hem te vragen of hij een ander middel neemt en het geneesmiddel gewoon afleveren. Zo kwam er onlangs een allochtone patiënt bij mij die voor zijn acné probleem een geneesmiddel kreeg voorgeschreven van de dermatoloog en van zijn huisarts. Het ene haalde hij af bij een andere apotheek, dat van de huisarts bij mij. Als ik het GFD niet had geraadpleegd, had ik dit niet geweten. Toen ik contact opnam met de huisarts, bevestigde hij me dat het inderdaad niet de bedoeling was beide producten tegelijk in te nemen. In zo’n gevallen komt het GFD écht van pas. Jammer dat voor veel collega’s het feit dat je eerst op een aantal knoppen moet drukken een drempel is om het te gebruiken.”
Tenslotte doet Bernard een paar voorstellen om het GFD nog te verbeteren. Zo zou hij willen dat de apotheker weet wie de voorschrijvende arts is. Op die manier kan hij bijvoorbeeld zien of een geneesmiddel dat niet goed combineerbaar is met een middel dat de patiënt al neemt, door 1 arts dan wel door 2 artsen op verschillende tijdstippen is voorgeschreven. Ook de afleverende apotheek kennen aan de hand van een code zou volgens hem praktisch zijn.
Voor hem mogen er ook nog meer data inzitten, zoals analyseresultaten, waarschuwingen of een blokkeringbij potentieel overgebruik of bij bepaalde CNK’s, zodat je verplicht actie moet ondernemen voor je verder kan werken. Hij is er zelfs voorstander van dat de geïnformeerde consent[2] van de patiënt vanaf de geboorte wordt geactiveerd. “De patiënt kan dit later immers nog altijd aanpassen”, besluit hij.
Mireille Campe is al 22 jaar apotheker en vervangt als freelance ‘vliegende apotheker’ tijdens vakantie, zwangerschapsverlof, ziekte of drukke periodes in de winter. Bernard Brondel werkte 4 jaar als adjunct-apotheker in een Gentse apotheek en is nu bijna 3 jaar apotheker-titularis in Eeklo.
[1] CNK is het nationaal codenummer dat tot doel heeft een eenduidige identificatie te geven aan alle verpakkingsvormen van producten die in apotheken worden afgeleverd.
[2] De geïnformeerde consent van de patiënt is de expliciete toestemming die hij geeft aan zorgverleners die hem behandelen om zijn gezondheidsgegevens elektronisch en beveiligd te delen.
Laatst gewijzigd op 21/08/2019
Volg ons op...
Onze social media kanalen. Blijf bij met de laatste innovaties in de gezondheidssector, technologische snufjes, enz.