Van de bijna acht op tien bewoners in woonzorgcentra (WZC) die langdurig psychofarmaca gebruiken, neemt ongeveer de helft slaap- en kalmeringsmiddelen, iets minder dan de helft slikt antidepressiva en één op drie antipsychotica. Dit staat te lezen op de site van het Vlaamse expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) dat ook de koepel is van de Vlaamse organisaties die rond deze thema’s werken.
Psychofarmaca lijken op het eerste zicht onschuldig maar zijn dit vaak niet. Langdurig gebruik gaat bij ouderen dan ook gepaard met een verminderde levenskwaliteit en heel wat nevenwerkingen. Zo verhogen ze het valrisico en hebben een negatieve invloed op het geheugen en de algemene fitheid, hetgeen duidelijk blijkt uit dit filmpje.
Omdat 72% van de bewoners van het WZC Leiehome te Drongen (Gent) langer dan 3 maanden psychofarmaca gebruikten, werd er in 2013 een pilootproject gestart op initiatief van dit woonzorgcentrum, in samenwerking met de Universiteit Gent.
Kaatje Popelier, Stafmedewerker VAD en Coördinator van de procesbegeleiders Psychofarmaca van het project : “ De eerste 3 jaar heeft WZC Leiehome vooral gewerkt rond attitudevorming en dit vertaald naar een reeks richtlijnen. Samen met de artsen en in samenwerking met de Artevelde Hogeschool zochten ze daarbij naar alternatieve activiteiten die de levenskwaliteit konden verbeteren tijdens het afbouwproces. De resultaten liegen er niet om: op 4 jaar tijd daalde het gebruik van psychofarmaca van 72 naar 48%. In vijf andere WZC waar het project ook werd uitgetest, stelde men na 1 jaar telkens een daling van 10% vast.”
Dit succes bleef ook bij de Vlaamse overheid niet onopgemerkt. Vorig jaar werden de voorbereidingen getroffen voor een brede uitrol in Vlaanderen in het kader van het project Procesbegeleiding voor preventie in woonzorgcentra, waarbij het project Psychofarmaca de naam: “Psychofarmaca in WZC: samen op weg naar minder” kreeg. Het doel ervan was niet om psychofarmaca te bannen uit woonzorgcentra, wel om correct en verantwoord gebruik aan te moedigen en waar nodig af te bouwen of over te schakelen naar een andere psychofarmaca. Intussen nemen 63 WZC deel aan het project, 45 van hen startten al dit voorjaar.
Kaatje Popelier vervolgt : “Binnen dit door de Vlaamse overheid gesubsidieerde project kunnen WZC beroep doen op een procesbegeleider die hen coacht om de richtlijnen te implementeren en een eigen psychofarmacabeleid op maat te ontwikkelen en toe te passen. Het WZC zal de reden van opstart van de medicatie evalueren en kijken of ze nog nodig is om vervolgens ter ondersteuning bij het afbouwen liefst niet-farmacologische alternatieven op maat in te voeren.”
“In het WZC is er steeds een Psychofarmacacoördinator die ondersteund wordt door het psychofarmacateam, waarin ook de raadgevende apotheker een belangrijke rol speelt. De apotheker werkt dus, in het kader van farmaceutische zorg, actief mee aan de ontwikkeling en implementatie van een psychofarmacabeleid op basis van de eigen medicatiecijfers van het WZC. Hij bespreekt onder meer de evolutie van die cijfers op vergaderingen en is ook het aanspreekpunt voor medewerkers als het over psychofarmaca gaat.”
“Momenteel verzamelen WZC en apothekers de cijfers van het psychofarmacagebruik via FarmaFlux en gebruiken ze om al dan niet actie te ondernemen. Wij vanuit het Vlaams expertisecentrum VAD focussen in eerste instantie op het vlot verlopen van het project en zullen misschien op termijn de cijfers opvragen om ze te analyseren en er conclusies uit te halen.”
Laatst gewijzigd op 17/07/2019
Volg ons op...
Onze social media kanalen. Blijf bij met de laatste innovaties in de gezondheidssector, technologische snufjes, enz.